Uw tegenstander raakt de shuttle, u voert uw splitstep uit en een fractie van een seconde later bent u onderweg om de drop van uw tegenstrever, met een haarfijne netdrop, terug over het net te spelen. Om deze actie succesvol uit te voeren hebben uw hersenen razendsnel enkele berekeningen uitgevoerd, gebaseerd op informatie afkomstig uit verschillende perceptiesystemen (bijvoorbeeld uw zicht en gehoor). Dit alles staat ons toe om te anticiperen op de actie van de tegenstander!

Hoe atleten anticiperen is een goed bestudeerd fenomeen binnen de sport- en bewegingswetenschappen. Zo hebben onderzoekers, met behulp van elektrofysiologische metingen, de reactietijd van sporters gemeten wanneer hen een sequentie aan beelden getoond werd. Deze onderzoeken tonen steevast aan dat training tot een snellere anticipatie leidt. En toch is er nog een verschil tussen beelden op een scherm en het badmintonspel op het terrein! Dit verschil is het onderwerp van onderzoek uitgevoerd aan de Universiteit de Santa Caterina in Brazilië.

Het onderzoek

De onderzoeksvraag is tweeledig: hoe verhouden de accuraatheid en reactietijd van jonge competitiespelers in spelsituaties zich én is er een verschil in reactietijd tussen spelsituaties en een computertaak? Hiervoor werden spelers onderverdeeld in drie groepen op basis van hun ervaring.

Als eerste test werden spelers gevraagd om plaats te nemen in een rechthoek in het midden van het veld. Een aangever speelde een shuttle naar één van de vier hoeken van het veld, waarop de spelers de shuttle terug over het net moesten slagen. De deelnemers mochten enkel vertrekken uit de rechthoek wanneer de shuttle contact maakte met het racket van de aangever. Dit werd gefilmd en drie variabelen werden gemeten: reactietijd, accuraatheid (of spelers in de juiste richting bewogen) en anticipatie error (indien spelers uit de rechthoek stapten nog voor de aangever de shuttle raakte).

Een tweede gelijkaardige test gebeurde op een computerscherm. Drie verschillende frames (de voorbereiding, de slag en de uitzwaai) werden telkens in willekeurige volgorde voor maximaal vijf seconden getoond. De deelnemers moesten zo snel mogelijk aangeven in welke van de vier hoeken de shuttle zou landen.

De resultaten

U had het allicht wel kunnen raden: oefening baart kunst. In de badmintontest behaalden groep 1 en 2 een snellere reactietijd dan groep 3. Daarnaast was ook de accuraatheid (i.e., het in de juiste richting bewegen) minder goed bij groep 3. Tenslotte maakte groep 1 (de meest ervaren groep) significant meer anticipatie fouten dan beide andere groepen. Dit betekent dus dat meer ervaren sporters meer informatie halen uit de beweging van hun tegenstander om de uitkomst te voorspellen.

De computertaak daarentegen toonde geen verschil tussen de drie groepen voor zowel reactietijd als accuraatheid. Echter, de accuraatheid was een stuk lager bij groep 3. Bij het vergelijken van de drie frames (herinner u: de voorbereiding, de slag en de uitzwaai) toonde analyse aan dat de slag zelf het makkelijkst te voorspellen was. Bij de voorbereiding van de slag was het erg moeilijk te voorspellen waar de shuttle zou landen.

TL;DR

  • Meer ervaren spelers zijn sneller en meer accuraat in het reageren op een prikkel. Maar, zij halen de meeste informatie uit het “lezen” van hun tegenstander.
  • Virtuele testen zijn minder geschikt om anticipatie te testen.

Bibliografie

Andres, Anderson, Francisco Felix Alvarez Dacal and Diego de Carvalho. “Anticipation in young badminton players: Differences between real and virtual tasks and the influence of playing and training experience.” BWF Sport Science (2018): 8. Report.

This result suggests that as the athlete becomes proficient they are able to better read the opponent’s body movement and precisely predict the outcome.

Diego de Carvalho & Anderson Andres

Professor of Bioscience and Health | Professor of Bioscience and Health, Badminton Coach Santa Caterina Badminton Federation, Universidade do Oeste de Santa Catarina (UNOESC)