Met een spektakelrijke finaledag kwam er een einde aan de twaalfde editie van de Yonex Belgian International. Leuven staat ondertussen garant voor een schouwspel midden in een fraai kader. Zoals wel vaker gaat de opvoering van Belgisch mooiste gepaard met opkomende talenten die binnen afzienbare tijd naam en faam maken in het internationale circuit. Ook nu heeft het er alle schijn van dat die lijn wordt doorgetrokken.
Het is ondertussen geweten dat de Sportoase een prachtlocatie is, waar een van de meest gedroomde crews zich steevast weet te ontplooien. De Yonex Belgian International verleent zich zo al geruime tijd tot de geliefkoosde uitvalsbasis voor de compilatie van toekomstmuziek
Sportoase Leuven omgetoverd tot badmintontempel (foto: fvdvorst)
Marijn Put werkte zich op vanuit de kwalificatie (foto: fvdvorst)

Hoofdtabel

Ondanks erg Europees getinte hoofdtabellen schortte er iets aan de vooraf hoogst gepeilde deelnemers. Zelfs meer dan dat, er was geen hoofdrol weggelegd voor de jongens met naam. Topreekshoofd Pablo Abian was niet van de partij, de andere Olympiërs en reekshoofden gaven dan weer niet thuis. Raul Must (R2) en Coelha De Oliveira (R4) waren er in twee games aan voor de moeite. Hurskainen (R3) zong het een ronde uit, maar liep dan op Fransman, de Nederlander. Dame Fortuna bleek ook hoofdvrouw Ulitina niet goed gezind. Tegen kwalificatiespeelster Iben Bergstein ging ze er meteen uit. De Olympische zegen bleek onze Lianne Tan al evenmin een hand boven het hoofd te houden. Dat Araki meer dan te duchten was, was geweten. Het zag er lang bijzonder gunstig uit, maar na het nipte verlies in de openingsgame werd het onderspit gedolven. Freek Golinski en Matijs Dierickx stonden als hoogste paar genoteerd. Nadat de kaarten duchtig geschud waren, bleven de koningsparen in de hand en zou het bij tweemaal eenentwintigen blijven. De Aziaten Lu Ching Yao en Yang Po Han waren te luidruchtig, te fel en systematisch te streng in hun opvoering. Flits en pats, de Chinezen van Taipei zouden zich opwerpen tot meer dan de gerechtvaardigde publiekstrekkers van het tornooi. Zo zou blijken. Ook wat de andere reekshoofden in de drie dubbeldisciplines betrof, dienden zij zich tot dezelfde uitweg te begeven. Die van de onverbiddelijke exit. Alleen Finne-Ipsen en Søby Hansen maakten hun status in het dames dubbel waar. Naast Lianne, Matijs en Freek kwamen er nog een resem waarde landgenoten in actie op de tweede tornooidag, de eerste dag van de hoofdtabel. Vandenhoucke haalde haar slagijzer (slagkarbon) boven en reduceerde Fankhauser tot een plakje fijn gesneden Zwiterse kaas. Afgezien van de eerste-ronde-winst hield het tornooi op na het treffen met de volgende opponent, de Deense Holmboe Dahl. Put zag sterretjes tegen Fransman, de alomtegenwoordig vliegende Hollander. Hoogstgeplaatste landgenoot en meervoudig vice-Belgisch kampioen Maxime Moreels leek wel lange tijd op weg naar de volgende ronde, maar verder dan overtuigende eerste gamewinst en een vijfpuntenkloof in de beslissende game kwam het helaas niet. Niet het gedroomde opvolgingsscenario van Moreels, die in februari al op wervelende wijze bewees klaar te zijn om zich tot Belgisch beste te kronen. In de nabije toekomst doen er zich ongetwijfeld nog voldoende gelegenheden voor om te oogsten. De duo’s De Pauw – Lenaerts, Bonnet – Lallemand, Golinski – Vandenhoucke, Lenaerts – Van Buyten en Bracke – Jaques liepen tegen de gong van het internationale circuit aan en betaalden dit cash tegen sterkere tegenstrevers. Niks mis mee, gewoon de soms harde realiteit van sport op het hoogste niveau.  
PlayUnified met Freek Golinski, Wim Van Looy,
Bob Biesmans en Lianne Tan (foto: fvdvorst)
Lucas Corvee knokt zich naar eerste tornooiwinst op dit niveau (foto: fvdvorst)
Kris Meertens van Sporza en Jo Van Damme (foto: fvdvorst)

Kwalificatieronde

Met een kwalificatiebeurt om u tegen te zeggen, trachtte menig landgenoot zich te plaatsen voor de respectievelijke hoofdtabel. De hoofdbrok hiervan was terug te vinden in het heren enkel. Lallemand, Bracke, Scheurkogel en Carraggi sneuvelden in hun eerste ronde. Velen gooiden hoge ogen, maar bleven finaal met lege handen achter. Abts na een felbevochten driesetter een ronde eerder, Vervaeke en De Langhe in de werkelijk laatste rechte lijn. Topsport is hard, het resultaat is veelal binden. Als het op strijd- en wilskracht aankomt, is er wel dat Limburgs toonbeeld. Door de catacomben van het post-Yuhan-Tan-tijdperk weergalmt voortaan luidkeels en met overtuiging de naam van Marijn Put. Na winst tegen de Duitsers Roovers en Peng zette hij een, zij het ietwat overdreven en spreekwoordelijk, kolkende Sportoase in lichterlaaie. Na de rechtstreekse plaatsing van Moreels was een tweede Belg in de koningsdiscipline verzekerd. Minder waarschijnlijk waren de kansen van onze dames. In het enkelspel wist alleen Clara Lassaux haar eerste tegenstander beduusd achter te laten. Terwijl tegen Konstantakatou de sirtaki nog werd ingeleid, bleek die Fähigkeit van de Duitse Kaminski dan weer noodlottig met het oog een stek op de hoofdtabel op te eisen. Die andere De Langhe beet eerder op de dag in het zand tegen een Indische, terwijl de top van Bergstein ongenaakbaar bleek voor Knaepen. De deelname van Gerard – Pondant bleef dan weer eerder beperkt tot een eervolle vermelding. Bij de heren geen machtsvertoon, evenwel een zekerheid. Door het ontvallen van meerdere duo’s op de hoofdtabel werden de vooropgestelde duo’s gevrijwaard van hun kwalificatie. Zo werden vice-Belgisch kampioenen De Pauw – Lenaerts en jonkies Bonnet – Lallemand meteen doorgeschoven naar de volgende tornooidag. Ook in het gemengd dubbel mochten enkele van onze duo’s de sportzak dichtgeritst houden. Net als topduo Labar – Fontaine, sprongen Golinski – Vandenhoucke en Bracke – Jaques meteen haasje-over richting hoofdtabel. Lenaerts en Van Buyten waren na een eerste winstpartij hetzelfde lot bezegeld. Daar tegenover staat dat De Pauw – Knaepen en Bonnet – Lassaux hun deelname gereduceerd zagen tot een participatie van plus minus dertig minuten.

 

Lu Ching Yao en Yang Po Han, de latere winnnaars van heren dubbel (foto: fvdvorst)

Finaledag

Terwijl de sterren zich stilaan aan de internationaal getint Leuvense hemel prezen, moest de werkelijke climax nog beleefd worden. Leuven en de Sportoase in het bijzonder had zich drie dagen naar de finaledag toegeleefd. De zevenentwintigjarige Ronan Labar was met voorsprong de oudste finalist. Veelzeggend over de jonge veulens die zich als protagonisten opwierpen. Labar werd in het gemengd dubbel geflankeerd door de oerdegelijke Audrey Fontaine, tot voor kort nog voorafgegaan door Emilie Lefel. Terwijl Fontaine vroeger de mat betrad aan de zijde van Gaetan Mittelheiser. Nieuwbakken duo’s, de natuurlijke weg na een Olympiade. Bond en Søby Hansen schoten het best uit de startblokken (1-8), maar met het eind in zicht en de op dat moment slechts aanklampende Fransen, begaven de jonge Deense zenuwen het (14-18). De Denen konden niet meer dan ter plaatse blijven trappelen, terwijl Labar en Fontaine gedurende de tweede game stelselmatig verder naar een hoger niveau toeklommen. De Franse ervaring wierp meteen zijn vruchten af. De eerste triomf van de avond was een feit. In een opzwepende dames dubbel speelde het plot zich in de eerste verlenging af. Game één werd deels betwist door een gesprongen snaar. Geen valse noot, wel een gamepoint dat vervolgens werd benut door de Engelse combinatie. Finne-Ipsen en die andere Søby Hansen vochten terug waardoor een beslissende game uitsluitsel zou brengen. Uiteindelijk was het Lauren Smith, afgelopen zomer nog met de ondertussen gestopte Olver op de Spelen in Rio – en vier jaar terug nog samen actief in Leuven, die met haar nieuwe partner Chloe Birch meteen de hoofdvogel afschoot. Wie vooraf zijn geld op de Deense jonkies zette, kwam bedrogen uit. Na een meer dan een uur felbevochten dames dubbel trokken de Britten het laken naar zich toe. It ain’t over till the fat lady sings. Voor alle duidelijkheid: een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Voor de pauze kwam zo mogelijk het allermooiste moment van deze Yonex Belgian International aan bod. De Belgian Open in al zijn contexten: een PlayUnified. Olympiër Lianne Tan vergezeld door Special Olympiër Bob Biesmans (Smash BC) namen het op tegen meervoudig Belgisch kampioen Freek Golinski en Special Olympiër Wim Van Looy (Avalympics). De ware toedracht van het spelletje, de beleving en de intensiteit brachten de zaal meermaals in extase. De emoties zegevierden, de schoonheid van de sport scheerde prodigieus hoge toppen. Met een uitermate fijnmakend gevoel kon het publiek gelukzalig de pitstop ingaan. Na de break werd plaats gemaakt voor de dames enkel finale. De Maleisische Soniia Su Ya Cheach is terug van weggeweest. Dicht tegen de top 30 aanleunend viel ze drie jaar geleden letterlijk van de ene in de andere kwetsuur. Na deze jaren van blessureleed timmert de landgenote van Lee Chong Wei nu stilaan aan haar terugkeer richting subtop en zo mogelijk meer. Als potentieel het comeback-kid van het nieuwe seizoen kreeg Cheach met Sofie Holmboe Dahl (R8) al haar derde Deense belager voorgeschoteld in evenveel dagen. Wie de eerste game zag had geen vermoeden dat deze wedstrijd op een driesetter zou afstevenen. Daarin nam de Maleisische meteen weer het voortouw en werkte ze zich richting een comfortabele voorsprong. Naderhand veroverde Holmboe Dahl nog alle Leuvense harten, edoch het volgens de verwachtingen de Aziatische was die zich bij haar zesde matchpoint zegevierend op de grond liet vallen. Na vorig jaar Jin Wei Goh, krijgt de Yonex Belgian International Maleisische opvolging op de erelijst met name van Soniia Cheach. Het heren enkel was de enige finale die zonder Denen werd betwist; tenzij Peter Gade als Frans bondscoach hier alsnog wordt meegeteld. Lucas Corvee timmerde zich aan een weg richting finale door Nederlander Caljouw, Deen Gemke, Engelsman Parsons en Maleisiër Goh te verslaan. De ene al wat met meer moeite dan de andere. Sourabh Varma had zich in zijn weg richting finale ontdaan van Claerbout (FRA), Pearce (ENG), Roth (DUI) en Merrilees (SCH). In de finale leek de Indiër lange tijd op weg naar soevereine winst in de openingsgame, maar 11-4 bij de interval en riante 17-11-tussenstanden bleken niet te volstaan. Met de meet in zicht was Corvee zijn naam meer dan waardig en ging zo met excellente werkkracht op en over Varma. In een vrij aaneengesloten tweede game had de Fransman halfweg het voortouw genomen, waarop hij dit niet meer loste. Met onder meer een fabuleuze achter-de-rug-backhand-winner won Lucas Corvee met bravoure zijn eerste internationaal tornooi van dit kaliber en toonde zich hiermee een meer dan geoorloofd tevreden man.
Voor de laatste triomfantelijke daad van de dag was het wachten op de spektakeldiscipline. Met het heren dubbel kreeg Denemarken zijn vierde en laatste kans op een gooi naar goud. Rasmus Fladberg, in ware Przemyslaw Wacha-stijl getransformeerd tot dubbelspeler, ontpopte zich geflankeerd door Frederik Colberg tot de allerlaatste Deense hoop. Van een toevlucht was nauwelijks sprake. De stevige Scandinaviërs hadden weinig in de pap te brokken tegen de Aziatische overmacht. Lu Ching Yao en Yang Po Han deden andermaal waarin ze uitmuntend zijn: snoeihard en flitsend uithalen, beenhard smashen, ieder punt oorverdovend zegevieren totdat de echte eindoverwinning bezegeld is. En zo geschiedde. Met een welzalig gevoel van suprematie werd de laatste wimpel het hoogst opgetrokken en viel het doek over de twaalfde editie van de Yonex Belgian International. In typische dubbelstijl afgerond: oerdegelijk efficiënt suprematisme, een cohesie om u tegen te zeggen met per slot van rekening een luidruchtig flitsend en patsend schouwspel. De Fransen waren dit keer de besten. Maar de Belgen de dappersten aller Galliërs. Tot volgend jaar!