2021 European Mixed Team Championships (kwalificaties) – Nabeschouwing

Op 10, 11 en 12 december was het state-of-the-art Yonex Center te Aartselaar de gastheer voor de kwalificaties voor het European Mixed Teams Championships. In groep B namen de Belgische Red Shuttles het onder leiding van Wouter Claes en Indra Bagus op tegen Zwitserland, Polen en Rusland met slechts 1 betrachting: het boeken van dat ene ticket richting het EK te Vantaa (Finland).

Dat de Europese grootmacht Rusland (de bronzen medaille van het vorige EK voor gemengde landenteams in Kopenhagen) dit ticket zou grijpen, stond eigenlijk in de sterren geschreven. Met enkele Europese toppers als Kosetskaya, Ivanov, Sozonov en Malkov als ruggengraat van deze ijzersterke selectie, bleek deze poule een race op twee snelheden: je had de Russen en je had de rest. In hun drie ontmoetingen gaf dit topteam dan ook slechts 3 sets prijs. Dominantie.

Op voorhand werd eerlijkheidshalve vooral gemikt op de tweede plaats, gaf coach Wouter Claes aan, want zowel de Polen als de Zwitsers leken wel een haalbare kaart voor onze nationale ploeg. Dat dit geen sinecure zou worden, leek gezien de huidige omstandigheden de logica zelve: door het recente afhaken van enkele traditionele sterkhouders als Yuhan Tan, Freek Golinski, Matijs Dierickx en Flore Vandenhoucke stond deze driedaagse voornamelijk in het teken van de vernieuwing.

Dat deze doelstelling, met name de tweede plaats, afgevinkt mocht worden, kunnen we dan ook niet anders benoemen dan een succes. Zowel de Zwitsers als de Polen werden met het kleinste verschil opzijgezet (3-2) waardoor er hier en daar al enige euforie ontstond en er gewag werd gemaakt van de ‘aansluiting bij de Europese (sub)top’. Zo hard willen we echter niet van stapel lopen, enkele kanttekeningen dienen er zeker gemaakt te worden.

Maxime Moreels en Lianne Tan, de ervaringsdeskundigen van de ploeg, stonden er, dat lijkt alvast een eerste kristalheldere conclusie. Zij wisten hun cruciale enkelpartijen winnend af te sluiten en haalden een erg hoog niveau. Beiden zijn nog in de running voor Tokio en dat was te merken aan het behaalde spelpeil. De kans is echter bestaande dat Tan er na de volgende olympiade de brui aan zal geven, hetgeen sowieso een substantiële lacune zal creëren. De vraag blijft: wie kan er in staat geacht worden in haar voetsporen te treden?

Wat het gemengd dubbel betreft, lijken Jona Van Nieuwkerke en Lise Jaques een zekerheidje voor de toekomst. De tandem liet bij tijd en wijlen snedig badminton bewonderen, alleen de Russen bleken een maatje te groot. Zoeken blijft het echter in de dubbeldisciplines naar de geschikte combinaties. Bij de heren was de prestatie van Bracke-Carraggi in ieder geval hoopgevend (zij haalden het beslissende punt binnen tegen de Polen), maar het feit dat er in elke ontmoeting voor een andere formatie gekozen werd, lijkt boekdelen te spreken over de heersende onduidelijkheid aangaande de onderlinge verhoudingen. Of kaderde dit vooral in het geven van speelgelegenheid aan de aanwezige youngsters teneinde wat broodnodige ervaring op te snuiven?

Eén zaak staat echter als een paal boven water: de organisatie van dit event bleek niet alleen op sportief vlak een voltreffer. Na het binnenhalen van de Europese kampioenschappen in 2015 (Leuven) toonde de Koninklijke Belgische Badminton Federatie (in samenwerking met Badminton Vlaanderen, de LFBB en met de steun van duurzame partners Yonex, de Nationale Loterij en Team Belgium) opnieuw alle competenties in huis te hebben een dergelijk event vlekkeloos te laten verlopen, ook al moest dit gezien de COVID19 crisis op zeer korte termijn bewerkstelligd worden.

Ook promotioneel werd een uitstekende beurt gemaakt door de aanwezigheid van Sporza, een uitstekend functionerende livestream (waardoor badmintonminnend België aan zijn beeldscherm gekluisterd zat) en zelfs een heus item op Sportweekend! De ontwapenende interviews met leading lady Lianne Tan en kopman Maxime Moreels zal zeker en vast menig hart van de gemiddelde sportliefhebber veroverd hebben (tenzij je een fervente tennisser bent, uiteraard).

Afsluitend zou ik nog willen reageren op de woorden van de voorzitter van de Belgische Badminton Federatie op Sportweekend. Daar beweerde Sven Serré dat we op enkele maanden tijd door het vermaledijde virus het opgebouwde werk van de laatste vier jaar verloren zijn. Uiteraard klopt dit statistisch gezien op dit ogenblik, maar als liefhebber pur sang ben ik ervan overtuigd dat dit maar een tijdelijk effect is. Wie een keer zijn weg naar het badminton gevonden heeft, zal niet al te snel van het juiste pad afdwalen. Eens deze crisis bezworen is, zie ik dan ook geen reden waarom de zieltjes niet teruggewonnen kunnen worden. Of is dit nu het gemijmer van een hopeloze romanticus wiens liefde voor deze sport onuitblusbaar is? Time will tell…

Helger Van Werde